Placement Test

Belanda

Welcome to Lister Placement Test

The test will give you an indication of your score and provide feedback on areas to improve.

IMPORTANT : Please Make sure you have a stable internet connection before starting the test.

Good Luck!

Anda hanya memiliki waktu 60 Menit (3600 detik) untuk menyelesaikan tes dan jawaban Anda akan dikirimkan secara otomatis.

Waktunya habis!. Terima kasih telah mengikuti Placement Test dengan Lister

Placement Test Belanda

Welcome to Dutch Placement Test

Test your Dutch Language Skill

Information to Test takers

There are four parts to the test including Reading, Grammar, Vocabulary, and Listening.

Each question carries 1 point.

No. of Questions : 40 items
Score Range : 0 - 40
Timing : 60 Minutes

Lengkapi formulir di bawah ini dengan benar sebelum memulai tes.

Di akhir tes, laporan skor akan dikirimkan ke email Anda

Reading

Baca dan pilih satu jawaban yang paling tepat

Bacaan dibawah ini untuk menjawab pertanyaan no 1 - 3

Salinan no 1 3 op kamers

1 / 40

1. Wanneer kunnen studenten het beste beginnen met het zoeken van een kamer in Nijmegen ?

a. Als ze er meer mensen kennen.

b. Als ze precise weten wat ze zoeken.

c. Als ze weten dat ze in Nijmegen gaan studeren.

2 / 40

2. Wat is waar?

a. Er zijn alleen dure studentenkamers in Nijmegen.

b. Er zijn genoeg studentenkamers in Nijmegen.

c. Er zijn te weinig studentenkamers in Nijmegen.

3 / 40

3. Als je niet van drukte houdt, kun je het beste gaan wonen …

a. bij een hospita

b. in een studentenflat

c. in een studentenhuis

Bacaan dibawah ini untuk menjawab pertanyaan no 4 - 6

Salinan soal reading no 4 6

4 / 40

4. Een smartlap ………………

a. Is altijd in het Nederlands.

b. Is altijd positief.

c. Is niet populair.

5 / 40

5. Welke titel kan niet van een smartlap zijn?

a. Het is koud zonder jou.

b. In eenzame nachten.

c. Ik wil met je lachen.

6 / 40

6. Wat is waar?

a. De meeste Nederlanders vinden smartlappen niet leuk.

b. De meeste Nederlanders kunnen smartlappen meezingen.

c. De meeste Nederlanders kennen smartlappen niet.

Bacaan dibawah ini untuk menjawab pertanyaan no 7 - 10

Salinan soal reading no 7 10

7 / 40

7. Els en Marie zijn …………….

a. Buurvrouwen

b. Collega’s

c. Moeder en dochter

8 / 40

8. Benjamin is ………………..

a. De partner van Marie

b. De zoon van Marie

c. Een collega van Marie

9 / 40

9. Daan is ………………..

a. De partner van Els

b. Een college van Marie

c. Een zanger

10 / 40

10. Sofie is …………..

a. De college van Els

b. De dochter van Els

c. De dochter van Marie

Grammar

Pilih satu jawaban yang paling tepat

11 / 40

1. Ik doe mijn boodschappen het liefst ……………. de markt.

a. bij

b. in

c. op

12 / 40

2. Hij gaat om elf naar bed …………….. hij is erg moe.

a. omdat

b. maar

c. want

13 / 40

3. Martijn …………………………… met de bouw van zijn nieuwe huis in Flevoland.

a. Zijn begonnen

b. Is begonnen

c. Is beginnen

14 / 40

4. Wie …………… jij?

a. is

b. ben

c. bent

15 / 40

5. Ik ga .................. naar de bakker in onze straat. Die is zo vriendelijk!

a. het meest

b. het liefst

c. het best

16 / 40

6. Welke zin is juist?

a. Ik liep naar het station

b. Ik loopte naar het station

c. Ik loopde naar het station

17 / 40

7. Welk woord is juist?

a. Zussen

b. Zusen

c. Zuusen

18 / 40

8. Welke zin is juist?

a. Deze tas is duurder dan die tas

b. Dit tas is duurder als dat tas

c. Deze tas is duurder als dat tas

19 / 40

9. Welke vraag is juist?

a. Wie bent jij?

b. Hoe ben jij?

c. Waar ben jij?

20 / 40

10. Ik heb de koffie vergeten ... moet ik nog een keer naar de winkel.

a. Want

b. Dus

c. En

Vocabulary

Pilih satu jawaban yang paling tepat

21 / 40

1. Ze kunnen je helpen met het …………………… van het inschrijfformulier.

a. inschrijven

b. inwinnen

c. invullen

22 / 40

2. Kom anders even lang voor een …………………. Dan kan ik je meteen alle informative over de baan en de cursus geven.

a. afspraak

b. gesprek

c. ervaring

23 / 40

3. Ik heb hoofdpijn. Hoeveel pijnstillers mag ik per dag ………………………?

a. innemen

b. invullen

c. inwinnen

24 / 40

4. Ik wil graag mijn paspoort …………………… Het is bijna verlopen.

a. vernieuwen

b. aanvragen

c. regelen

25 / 40

5. Moet ik een recente pasfoto ……………….?

a. aanvragen

b. meenemen

c. vernieuwen

26 / 40

6. Ik heb geen zin om te eten want ik heb pijn in mijn …………….

a. keel

b. pijn

c. hoofdpijn

27 / 40

7. Met een ………………… kunt u zich identificeren en reizen binnen de meeste Europese landen. Als u alleen binnen Europa reist, is dit reisdocument voordeliger.

a. paspoort

b. identiteitskaart

c. visa

28 / 40

8. Ga je mee naar zee? Dan kunnen we een lange ……………….. maken.

a. weekend

b. strand

c. strandwandeling

29 / 40

9. Mijn zus kan niet liegen. Ze vertelt altijd de waarheid. Ze is erg ………………

a. eerlijk

b. eigenwijs

c. nieuwsgierig

30 / 40

10. Mijn vriend geeft mij de sleutel van zijn huis. Ik verkoop mijn huis. Wij gaan …………….

a. trouwen

b. samenwonen

c. gescheiden

Listening

Dengar dan pilih satu jawaban yang paling tepat

Nummer 1 – 3: Canada

31 / 40

1. Waarom willen Tobias en Andre in mei op vakantie?

a. Dan is een vliegreis naar Canada niet zo duur.

b. Dan is er in Vancouver een festival.

c. Dan zijn ze klaar met hun studie.

32 / 40

2. Hebben Tobias en Andre een visum nodig voor Canada?

a. Alleen als ze langer dan zes maanden.

b. Alleen als ze voor werk naar Canada gaan.

c. Nederlanders hebben altijd een visum nodig om naar Canada te gaan.

33 / 40

3. Wat Vinden Tobias en Andre van de kosten van de reis naar Canada?

a. De prijs van de reis is zo hoog dat ze hem niet kunnen betalen.

b. De reis is goekoper dan Tobias en Andre dachten, maar ze gaan niet.

c. Het is een beetje duur, maar ze willen toch naar Canada gaan.

Nummer 4 – 5: Griep of verkouden?

34 / 40

4. De man denkt dat hij griep heeft, want hij heeft:

a. Een loopneus en hoge koorts.

b. Keelpijn en een loopneus.

c. Keelpijn en hoge koorts.

35 / 40

5. Wat wil de man?

a. Hij wil dat de dokter snel komt.

b. Hij wil thuisblijven en uitrusten.

c. Hij wil morgen naar de dokter toegaan.

Nummer 6 – 8 🡪 Waar woont je familie?

36 / 40

6. Hoeveel familieleden heeft Sarina in Nederland?

a. Een

b. Twee

c. Drie

37 / 40

7. Wie houden van Indonesisch eten?

a. Sarina en haar tante

b. Sarina, haar tante en haar nichtje

c. Sarina, haar oom en haar nichtje

38 / 40

8. Welke familieleden van Sarina wonen nog in Indonesie?

a. Haar grootouders, haar broer en haar zus.

b. Haar schoonzus, haar broer, haar nichtje en neefje.

c. Haar broers en zus en hun partners, en haar ouders.

Nummer 9 – 10 🡪 Internetdaten

39 / 40

9. Wil Leen iets drinken?

a. Nee, want ze wil meteen beginnen.

b. Ja, terwijl ze drinkt wil ze werken aan de advertentie.

c. Ja, ze drinkt eerst een kopje thee en daarna begint ze met de advertentie.

40 / 40

10. Welke site kiest Nathalie?

a. Een gratis site.

b. Een betaalde site.

c. Een gratis en een betaalde site.

Your score is

Exit

Promo Reguler!

Dapatkan Disc. 15%